Circulaire bouw, wat is dat nou?
)
Nu we langzaamaan een beetje immuun raken voor de term ‘duurzaamheid’, heeft een ander toverwoord zich fier aangediend: circulariteit. ‘Zo circulair mogelijk’ ontwerpen is tegenwoordig het parool. Niet alleen in de bouwsector, alles zou circulair aangevlogen kunnen worden. Maar wat is dat ‘circulaire gedachtegoed’? Waar is het goed voor? Hoe ontwerp je ‘circulair’? En waar verschilt circulariteit met duurzaamheid? We zullen het hieronder kort en helder voor je duiden.
Circulair bouwen is duurzaam
Dat is ongelogen, maar andersom geldt dit niet. Om te beginnen: van beide toverwoorden gaan meerdere definities rond. Allemaal zijn ze in hun eigen context waar. Maar kijkend naar de context van de bouwsector, wordt ‘duurzaamheid’ door de Rijksoverheid als volgt omschrijven:
Bij duurzaam bouwen en verbouwen wordt er rekening gehouden met de effecten op het milieu tijdens het ontwerp, de (ver)bouw, renovatie en sloop. Maar het gaat ook over het gebruik van het gebouw, bijvoorbeeld over de CO₂-uitstoot door energieverbruik voor verwarming en koeling van een gebouw, of de mate waarin rekening wordt gehouden met de omliggende flora en fauna.
Een behoorlijke allesomvattende omschrijving die in de breedte betrekking heeft op mensen, de planeet en economie.
‘Circulariteit’ daarentegen is in de bouwcontext een meer gefocust begrip:
Een gebouw is circulair als bij het ontwerp, de bouw en het beheer het hoogwaardig hergebruik van bouwmaterialen centraal staat, zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten. Circulair bouwen richt zich dus op (het sluiten van) de kringloop van grondstoffen die veelal hergroeibaar zijn, zoals hout.
Dit in tegenstelling tot traditioneel bouwen. Daarvoor zijn telkens weer fossiele grondstoffen uit de aarde nodig (denk aan zand, grind en erts), die pas na enorme verhitting een bouwmateriaal worden (beton, cement, staal, glas- en steenwol), en na een levensduur vaak niet herbruikbaar zijn. Daarmee staat het al 3-0 voor circulair bouwen.
Conclusie: circulariteit is niet hetzelfde als duurzaamheid, maar draagt als onderdeel bij aan duurzaamheid. Net zoals ‘natuurinclusiviteit’ bijdraagt aan duurzaam bouwen, of een CO₂-neutrale energievoorziening in een gebouw.
Bovenstaande duiding laat inzien dat er interessante voordelen kleven aan circulair bouwen. De twee belangrijkste voor onze planeet zijn: het spaart fossiele grondstoffen (als gevolg van het hergebruik van materialen) en de CO₂-uitstoot wordt aanzienlijk verminderd (doordat je productie van nieuwe materialen vermijdt).
Toch worden duurzame methodes nog vaak onterecht geassocieerd met hogere investeringen, omdat men dan alleen kijkt naar de stichtingskosten (de grond- en bouwkosten). Men vergeet dat het onderhoud van een duurzaam gebouw vaak een stuk minder kost. Ook worden energie- en waterbesparende maatregelen tijdens het gebruik van de woning terugverdiend, en dat zorgt weer voor een lagere energie- en waterrekening voor de gebruikers van een pand.
Bovendien maakt circulair bouwen het mogelijk om voor een nieuw gebouw materialen te gebruiken van een eerder circulair ontworpen gebouw die aan een levenseinde zit. Of nog beter, je kunt een onrendabel geworden gebouw transformeren naar een andere rendabele bestemming, door simpelweg de losmaakbare wanden en vloeren te verplaatsen.
Een circulaire benadering kan dus wel degelijk financieel interessant zijn voor projectontwikkelaars.
Mooi rond verhaal
Ja, circulair bouwen klinkt letterlijk en figuurlijk als een mooi rond verhaal, maar helaas is de uitvoering ervan nog niet altijd even vanzelfsprekend. Veel opdrachtgevers (waaronder de overheid, die hierin leidend zou moeten zijn) denken nog op de korte termijn, waardoor zij te vaak kiezen voor traditionele bouwmethodes, want initieel goedkoper. In plaats daarvan zouden ze verder moeten durven kijken, en voor de circulaire benadering moeten gaan, die na een aantal decennia economisch veel interessanter uitpakt.
Unbrick & circulaire bouw
Onze woningen worden geproduceerd met zoveel mogelijk biobased grondstoffen, zoals hout. Dat is zowel hergroeibaar als herbruikbaar. Hergebruik is mogelijk doordat we enkel bouwen met droogverbindingen. Dat maakt dat onderdelen net zo makkelijk weer gedemonteerd en dus opnieuw gebruikt kunnen worden. En al die onderdelen documenteren we in een zogenaamd ‘materialenpaspoort’, zodat we precies weten wat er in een woning gebruikt is. Met leveranciers maken we zelfs terugkoop-afspraken voor als een levensfase van een woning erop zit. We omhelzen deze principes van de circulaire economie niet alleen in ontwerp, productie en assemblage, we voeren het ook zoveel mogelijk door in de energievoorziening en waterkringloop van onze Unbrick woningen.
Een andere vertrager van deze mooie ontwikkeling is de gewenning aan zo’n nieuwe aanpak. Het vraagt van traditionele ontwikkelaars en bouwers nogal een aanpassingsvermogen om circulair te denken en te handelen. Het is nog een fenomeen in ontwikkeling, waarbij nog niet alles is uitgedacht en uitontwikkeld in de keten. Dat maakt ook dat een project nagenoeg nog niet 100% circulair ontworpen en gebouwd kan worden.
Maar laat het geen reden zijn om bij de bouw van je nieuwe huis, sociale woningbouwproject of kantoorpand een zo hoog mogelijk circulariteitspercentage te realiseren. Er zijn in ons land al tal van prachtige succesvolle projectvoorbeelden, die in meer of mindere mate circulariteit hebben toegepast. Een aantal vind je achterin deze interessante uitgave 'Circulaire gebouwen' van de Circulaire Bouweconomie (september 2020).